Angiogenese
Hoe een kankergezwel zich
voedt!
Door Jan
Dries
De moderne
oncologie heeft de genezingskansen voor een aantal kankers opvallend verbeterd
terwijl een aantal vormen niet of moeilijk te behandelen zijn. Het probleem is
echter dat men het aantal nieuwe kankergevallen niet kan terugdringen. Men
slaagt er in de ziekte beter te behandelen, maar men krijgt kanker niet
uitgeroeid. Dat heeft vooral te maken met het vervuilde milieu, het massaal
gebruik van industriële voedingsproducten en een aantal psychische en emotionele
problemen. De wortel van het kwaad bevindt zich in de cel. Kanker ontstaat door
ontsporing van bepaalde functies van de cel, vandaar dat kanker medisch gezien
wordt omschreven als een celziekte. Gedurende ons hele leven worden de cellen
van buitenaf bedreigd door virussen, vrije radicalen, kankerverwekkende stoffen,
enz. maar iedere bedreiging wordt onder normale omstandigheden afgeslagen.
Sommige cellen slagen er in om hun genen zodanig te muteren dat deze een
kankercel vormen. Dat betekent niet dat zo’n kankercel meteen een gezwel wordt.
Daarvoor zijn een aantal specifieke voorwaarden nodig. De cel moet o.a. steeds
meer eigenschappen krijgen die hem in staat stellen om te groeien en weefsel te
vormen. Een kankercel gaat zich eerst innestelen en gaat dan op zoek naar
voedsel via het proces van de angiogenese of de vorming van nieuwe bloedvaten.
Een kankergezwel kan zich niet vermeerderen zonder permanente aanvoer van
voedsel en zuurstof.
Angiogenese is
de vorming van nieuwe bloedvaten vanuit bestaande bloedvaten. Dat is een bekend
en goed bestudeerd fysiologisch proces. Dit proces vindt bijvoorbeeld plaats
tijdens de embryogenese en embryo-implantatie in het endometrium of het
slijmvlies van de baarmoeder. Het ontstaan van kanker wordt vergeleken met een
bevruchte eicel. Aanvankelijk begint de bevruchte eicel zich vanuit zijn eigen
energie te vermenigvuldigen, maar die is beperkt. Om aan voedsel te geraken
worden er bloedvaten gevormd zodat er bloed van de moeder naar de vrucht
stroomt. Bloed voert voedsel, warmte en zuurstof aan en voert afvalstoffen af.
Door het proces van angiognese kan de bevruchte cel zich ontwikkelen van embryo
naar foetus. Angiogenese ontstaat eveneens bij wondheling en bij een
kankergezwel. Een tumor zorgt er voor dat er nieuwe bloedvaten ontstaan door
groeifactoren voort te brengen die zich tot in het dichtstbijzijnde bloedvat
verspreiden. Deze hechten zich op de cellen van de vaatwand en zorgen ervoor dat
zij zich delen en uiteindelijk nieuwe vaten vormen om de tumor van voedsel te
voorzien. Zo kan de tumor blijven groeien. Hij begint eerst binnen te dringen in
het omliggende, gezonde weefsel, maar kankercellen
kunnen zich ook losmaken van de primitieve tumor en met behulp van de
bloedsomloop zich in andere organen vestigen wat uitzaaiing of metastase wordt
genoemd.
Biologische
kankerbestrijding
Bij het
behandelen van kanker probeert men de tumorgroei tegen te gaan door de vorming
van nieuwe bloedvaten te verhinderen, m.a.w. men probeert de tumor uit te
hongeren. Om te kunnen groeien heeft de tumor een constante toevoer van voedsel
en zuurstof nodig. Anti-angiogenesemedicatie wordt vooral gebruikt in combinatie
met chemotherapie in de behandeling van dikke darmkanker met uitzaaiing in de
lever of bepaalde vormen van long- of borstkanker. Deze behandeling gaat gepaard
met bijwerkingen. In de biologische kankerbestrijding, als aanvulling op de
reguliere behandeling, gaan onderzoekers er vanuit dat bepaalde vruchten een
anti-angionese werking hebben. Door het eten van gezonde voedingsmiddelen zoals
fruit en groenten worden aan het organisme kleine hoeveelheden kankerremmende
stoffen toegediend. Dat kan zowel ter voorkoming van kanker als ter
ondersteuning van het genezingsproces. Door het verhinderen van de vorming van
nieuwe bloedvaten wordt de toevoer van voedsel en zuurstof afgesneden en sterft
de tumor.
Kurkuma
Sommige
onderzoekers suggereren dat curcumine, een stof uit Kurkuma, de vorming van
nieuwe bloedvaten door angiogenese kan verhinderen, waardoor de kankercellen
worden beroofd van hun eigen energiebron. Uit onderzoek op dieren en in
laboratoria gekweekte kankercellen is gebleken dat curcumine de groei van een
groot aantal kankercellen kan stoppen, vooral die van leukemie, dikke
darmkanker, borstkanker en kanker aan de eierstokken.
Frambozen en
aardbeien
Beide vruchten
zijn in staat om de celgroei van tumoren af te remmen, afhankelijk van de
hoeveelheid polyfenolen. Dierproeven hebben uitgewezen dat het eten van beide
vruchten (5% van de maaltijd) een belangrijke vermindering teweeg brengt van
tumoren in de slokdarm. Ellaginezuur, een stof die in deze twee vruchten en nog
vele andere voor komt, wordt gezien als een krachtige remmer van twee eiwitten
die van wezenlijk belang zijn bij het ontwikkelen van bloedvaten bij tumoren,
dus bij het proces van angiogenese.
Anthocyanidinen
Anthocyanidinen
zijn een groep van polyfenolen die zorgen voor de meeste kleuren rood, roze,
paars, oranje en blauw in allerlei bloemen en vruchten. Deze pigmenten zijn
overvloedig aanwezig in frambozen en rode bessen, maar ook in aardbeien,
cranberry’s en in talrijke vruchten en groenten. Ook deze polyfenolen zorgen
voor het afremmen van angiogenese. De blauwe bes bevat bovendien delfidine die
eveneens een afremmende werking van angiognese kent. Zelfs de vitamine C uit
vruchten en groenten heeft een dergelijke werking.
In de
biologische kankerbestrijding hecht men veel belang aan specifieke
voedingsmiddelen bij het behandelen van kankers. Dit betekent niet dat voeding
een reguliere behandeling overbodig maakt. Specifieke voeding kan het
genezingsproces gunstig beïnvloeden en de nevenwerkingen van de zware
chemotherapie draaglijk maken. Fruit, groenten, noten, bepaalde zaden en pitten,
honing, stuifmeel, tarwekiemen en nog vele andere voedingsmiddelen bezitten,
zoals onderzoeken aantonen, kankerremmende stoffen die een bijdrage leveren in
de strijd tegen kanker. Al deze voedingsmiddelen moeten tijdens het
genezingsproces rauw worden gegeten omdat deze stoffen zeer kwetsbaar zijn voor
warmte, inwerking van zuurstof, maar in minder mate van mechanische bewerking
zoals het fijn snijden, raspen of persen. In geïsoleerde vorm werken deze
stoffen niet. Het is belangrijk om in het kader van kankerpreventie regelmatig
deze voedingsmiddelen te gebruiken.
Blog in
samenwerking met: